Is jouw WiFi signaal overal even sterk?

Met wiFi overal om je heen vanzelfsprekend verbonden. Daar zorg je voor met de juiste techniek én de goede instellingen. Misschien komt er wel meer bij kijken dan je denkt.

Je netwerk moet vindbaar zijn

Om contact met een WiFi-netwerk te krijgen, moet het punt waar het internetverkeer van het modem wordt doorgezet in je netwerk, de router, wel te vinden zijn door je mobiele apparaat. Dat gaat zo: de router (meestal aan boord van je modem) zendt een of meer netwerknamen uit. Jouw mobiele apparaat kan zo’n netwerk vinden, en er vervolgens contact mee proberen te maken om in te loggen. Als de router te ver weg staat, of het signaal wordt verstoord, kan je mobiele device het netwerk niet ‘vinden’.

Is je router binnen bereik?

Maar het uitgezonden netwerk van je router is maar de helft van het verhaal. Ook de WiFi-antenne in je laptop, telefoon of tablet speelt een grote rol. Die reikt helaas vaak minder ver dan je zou denken. Je mobiele apparaat moet dus niet alleen in de buurt zijn om het netwerk te kunnen vinden, hij moet ook in de buurt zijn om op dat netwerk aan te kunnen sluiten.

Breid je netwerk uit

Voor grotere panden is 1 router meestal niet voldoende. Je mobiele apparaat kan niet overal het netwerk vinden, of heeft niet voldoende bereik om soepel draadloos te internetten. Om je in het hele gebouw van zowel de vindbaarheid als de bereikbaarheid van je WiFi netwerk te verzekeren, kun je het netwerk daarom uitbreiden met extra toegangspunten (‘access points’). Die maken de beschikbare netwerken overal bekend, en zorgen dat het WiFi-netwerk overal binnen het bereik van je WiFi-antenne ligt. Dat laatste wordt meshing genoemd: toegangspunten geven het verkeer van en naar de router onderling door. Zo ontstaat door je hele pand één groot netwerk met sterke en continue dekking.

Aansluitende toegangspunten

Het aanbrengen van extra toegangspunten is niet alleen handig om overal dekking te hebben. Het komt je ook van pas als je je door het gebouw beweegt. Roaming noem je dat. Je mobiele apparaat zoekt steeds automatisch naar het sterkste signaal. Loop je van A naar B, en is toegangspunt A op een gegeven moment verder weg dan toegangspunt B, dan verbindt je laptop of telefoon zich met B. Jij merkt daar niets van, en de verbinding gaat naadloos over. Dat is vooral van belang als je via de WiFi aan het bellen bent (VoIP).

Pas op voor stoorzenders

Wil je overal krachtige WiFi en naadloos kunnen roamen, dan moeten er geen stoorzenders zijn. Het is dus niet zomaar een kwestie van op regelmatige afstand toegangspunten ophangen. Er kan namelijk van alles in de weg staan dat het signaal blokkeert: een dikke muur, een vloer of een kast. Daarnaast zijn er steeds meer apparaten die invloed hebben op het WiFi-signaal in hun buurt. Slimme apparaten, maar ook apparatuur die bij gebruik veel straling afgeeft. Je moet dus op zoek naar de meest geschikte plek voor je toegangspunten.

De ideale plek voor access points

Hoe weet je nu wat de ideale plek voor je toegangspunt is? Met een beetje ervaring (of door uitproberen) is dat wel in te schatten. Maar als het niet lukt, en zeker in grotere panden is het een hoop gedoe, laat Brisk ICT dan langskomen met onze speciale meetkit. Vooraf hebben we de plattegrond ingevoerd, met alle muren en hindernissen en de plekken van de toegangspunten. We lopen ermee door het pand, en de meetkit registreert op elke plek de kracht van het WiFi signaal. De software rekent vervolgens precies uit waar elk toegangspunt moet komen, welke stoorzenders er eventueel zijn, en hoe we de toegangspunten moeten instellen.

De juiste instellingen

Als je lekker aan het roamen bent, wil je dat je apparaat zich verbindt met het toegangspunt dat het dichtst in de buurt is. Stel je nu voor dat een toegangspunt ver weg harder uitzendt dan een toegangspunt dichtbij. Dan heb je misschien 3 streepjes, maar kan je laptop, tablet of telefoon dat toegangspunt niet met zijn signaal bereiken. Hierom is het belangrijk om per toegangspunt te kijken hoe sterk die zijn signaal uitzendt. Liever dim je het signaal een beetje, zodat hij alleen gevonden wordt door een apparaat binnen optimaal bereik.

5 GHz of 2.4 GHz? 

Je router, en dus ook je toegangspunten, kunnen op twee bandbreedtes zenden en ontvangen. 5 GigaHertz is sneller, maar heeft een kleiner bereik. 2.4 GigaHertz is minder snel, en is flink bezet door allerlei apparaten die via die frequentie willen zenden en ontvangen, maar is wel van grotere afstand te vinden. Daarom is 5GHz de beste keus.

Laten inrichten en inregelen door Brisk ICT

Hoe zorg je voor het beste WiFi-bereik? Als je een relatief kleine ruimte moet bestrijken, kun je het rustig zelf doen. De Ubiquity access points die Brisk ICT adviseert zijn heel gebruiksvriendelijk. Maar je kunt het ook door ons laten doen. Dat is handig, zeker bij grotere netwerken. Bovendien kunnen wij van afstand je netwerk monitoren. Ieder toegangspunt wordt dan regelmatig vanuit onze centrale server gecontroleerd. Noodzakelijke updates en wijzigingen in het netwerk worden automatisch over alle toegangspunten verspreid.

Weten of jouw WiFi beter kan? Vraag je technisch consultant om advies of neem contact met ons op.